21
- maart
2008
Posted By : Jan Bogaerts
Karen naar Amerika
[audio:http://www.janbogaerts.nl/fotografie/wp-content/uploads/2011/03/201_Koor_repeteerd.mp3|titles=201_Koor_repeteerd]

Repetie van het koor in de bijbelschool van dr. Simon


Mae La - Nita

Ni Ta in haar huisje in kamp Mae La. Een week voor haar vertrek naar Amerika.


Mae La - Nita

Ni Ta (69) met haar zoon Saw Lanald (37).


Karen naar Amerika, Amerikanen in Karenstate en dat bidden misschien wel helpt

We gaan dagelijks al voor zessen in de ochtend op pad, gids Lei Htoo en ik. Sinds mijn verblijf in Mae Sot en Mae La is dat het patroon geworden. Het licht is dan nog zacht en vol mededogen en de kleur heeft een diepe oranje-roze gloed. Bovendien is de temperatuur dan nog te harden. Het is drukker en voller geworden in kamp Mae La sinds 2003. Waar ooit lege plekken tussen de hutten waren, staan nu ook bamboehuisjes.
Het sjouwen door de smalle paadjes en steegjes bij 40 graden celcius is een tamelijk slopende bezigheid. Het terrein is bergachtig. Een ongetrainde westerse mens moet hier toch even aan wennen. Het dagelijks leven in kamp Mea La is meer genormaliseerd, het lijkt een dorp geworden. De vele NGO’s hebben hun invloed doen gelden. Dat is terug te vinden in verbetering van de infrastructuur en in de dagelijkse gang van zaken.

Op een dag kwamen wij na een dag werken, afgepeigerd stoffig en stinkend naar zweet, terug in de compound van Dr Simon in kamp Mae La. We hadden een interview gemaakt met de 69 jarige Karen Ni Ta en haar zoon Saw Lanald die op 18 maart naar Indiana in de USA zouden gaan emigreren. Haar kinderen zijn daar al enige tijd en zij mist haar kleinkinderen. De zoon die in het kamp leraar is gaat met haar mee. Hij zou in Amerika wel een garage willen beginnen. Hij spreekt geen letter engels. En van auto’s weet hij ook nog niets. Hij lust graag de in Mae La populaire zelfgestookte wiskey. Moeder Ni Ta oefent al lang op de Engelse taal. En laat dat, na enig aandringen, met trots blijken.
Ik was vol met gedachten over de cultuurschok die hen zal overkomen toen ik het hoofdgebouw van Simons Bijbelschool binnenliep; een Karen vrouw van 69 van kamp Mae La naar de USA. Direct naar Fort Wayne in Indiana. Binnen twee dagen. Definitief . . . . .
Er stond een groepje westerse mensen die met elkaar in gesprek waren.
Een grote blanke man draaide zich naar mij toe, stak de hand uit en stelde zich voor.  David Eubank van de Free Burma Rangers. Hij zei blij te zijn mij te ontmoeten, want ze hadden al een hele tijd op me gewacht en ik was telefonisch onbereikbaar gebleken. Zijn onmiskenbaar amerikaanse uiterlijk en zelfverzekerdheid maakten indruk op mij. Dit ken ik uit films dacht ik heel even, ergens iets tussen Crocodile Dundee, Rambo en Indiana Jones. Ook zijn metgezellin Emy had een uitstraling die me meer deed denken aan een afgetrainde paratrooper dan aan een NGO medewerkster achter een computerdesk.
Ze waren even langs gekomen bij Simon`s nederzetting. Ze waren op doorreis. Simon had hen over mijn werk verteld en het fotoboek laten zien. Daarom wilden ze mij ontmoeten.
De Free Burma Rangers maken met hun werk enorme indruk. Het is een goed georganiseerde en getrainde groep twintigers en dertigers onder leiding van de Amerikaan David Eubank. Met grote regelmaat trekken zij Karenstate in bepakt met rugzakken vol medische apparatuur en cameras. Dan kunnen ze direct helpen in dorpen waar het Burmese leger heeft huisgehouden en waar de dorpsbewoners proberen te vluchten. Naast artsen reizen getrainde cameramensen mee die het leed wat zij tegen komen en de wandaden van het Birmese Leger filmen en fotograferen. Professioneel en onmiskenbaar met gevaar voor eigen leven.

David uitte zijn waardering over Karels roman en mijn fotografie en het idee van de combinatie roman en fotoboek. Hij verbaasde zich erover dat die combinatie niet in de engelse taal op de markt was. Ik memoreerde de dood van vriend Karel Glastra van Loon en hoezeer ik hem miste.
Het was een kort intens gesprek. Hij roemde de tomeloze inzet van de mensen die bij hem waren en die de kern vormden van de Free Burma Rangers.
“Ben je Christen?” vroeg Eubank. Mijn metgezel Paul zei direct “Ja”. Ik mompelde wat over “ietsvanooitnogguskatholiekopgevoedofzo” Dat was voor hem voldoende om te zeggen: Let’s pray. Dear Lord, please give your blessing and love to the late Karel, Jan’s friend, and to us like we are here together with all our intensions, possibilities and weaknesses. Bless the photografic work Jan and Paul are doing. And please give your blessing to our meeting and to the powers we can share. Amen.
Tijdens het gebed dat Eubank uitsprak, bleef ik hem onderzoekend aankijken. Het natuurlijke wantrouwen dat over mij komt in dit soort situaties verbleekte enigszins. De kracht en de standvastigheid die zijn gezicht uitstraalde stootte me nu niet direct af. Nood breekt wet. Misschien helpt het wel, dacht ik. Misschien beschermt hun God hen wel, dacht ik. Toen ze kort hierna weer vertrokken waren gloeide er iets na in mijn hoofd. En misschien ook wel in mijn hart.
Een paar dagen later vernam ik dat David Eubank een goed getrainde Amerikaanse elite militair is. En de Free Burma Rangers gefinancierd worden door tal van Amerikaanse Christelijke organisaties. Gelijk stond ik weer met mijn nuchtere kritische voetjes op de grond.
En toch, toch is er iets in mijn hoofd en in mijn hart blijven nagloeien.



Een van de meest indrukwekkende films van de Free Burma Rangers

Comments

  • Tranen, dikke tranen…!

  • The late Karel… Wooow…

  • Dag jan en Paul,
    Dit is het eerste stuk wat ik lees waar ik een gevoel bij krijg, een gevoel van mededogen. Ik had enige tijd gewerkt aan een schilderij en dacht laat ik eens jan zijn weblog openen kijken of er iets nieuws staat. Dat was niet het geval, maar nog niet helemaal had ik gelezen, toen er enige harde bonk in mijn hard verscheen naar het lezen van dit bericht.
    succes en tot snel jeroentje

Geef een reactie